donderdag 12 december 2024
3.9 C
Staphorst

Waarom verlichting?

Onlangs had ik de gelegenheid om met dr. Mustafa Rashid te spreken, een Azhar geleerde in Australië die afgelopen augustus de Arab Enlightenment Organization (Arabische Organisatie voor Verlichting) oprichtte, geregistreerd bij de Verenigde Naties.

Reden voor het gesprek, was mijn wens om samen te werken met zijn organisatie zodat we een cultuur van verlichting helpen verspreiden. Ik nodig iedereen uit om lid te worden van deze organisatie op haar Facebookpagina.

In feite is de roep om verlichting (die is afgeleid van het licht in de zin van mentale verlichting tegenover duisternis) niet nieuw in het Midden Oosten. Er zijn altijd denkers, schrijvers, functionarissen en anderen geweest die opriepen tot de verspreiding van verlichting. Onder wie de Tunesische islamitische modernist en grootvizier, Khair al-Din al-Tunisi (1820-1890) die geïnteresseerd was in het bestuderen van de ontwikkeling in Europa en de oorzaken van achteruitgang in islamitische landen. Hij concentreerde zich op de onderwijs- en landbouwsector in Tunesië, riep op tot juridische vernieuwing via grondige inspanning (Ijtihad) en drong aan op het bieden van vrijheid in de samenleving.

In de afgelopen 150 jaar zijn er veel voorstanders van de Verlichting verschenen in Egypte, de Levant en andere Arabisch sprekende landen, ongeacht hun ideologieën en oriëntaties, zoals Rifaa Al-Tahtawi, Abdel-Rahman Al-Kawakibi, Farah Antoun, Shibli Shamil, Salamah Musa, Taha Hussein, Faraj Fouda en anderen.

Dit hielp onze regio echter niet en het bleef verre van verlichting. Er is eerder op veel manieren een achteruitgang geboekt. Het is waar dat de Arabische samenlevingen het modernisme in de bouw, de verstedelijking en de schijnbare wetten en instellingen hebben overgenomen, maar oude ideeën en overtuigingen bleven naast de verschillende moderne aspecten bestaan, met enkele uitzonderingen hier en daar.

De religieuze elite en de geestelijken zijn nog steeds overheersend aanwezig in de samenleving. De basisconcepten bij het definiëren van de burger, de staat en de relatie daartussen behoren bij hen tot het premoderne tijdperk. De fundamentele vrijheden van de mens zijn nog steeds onderhevig aan verschillende interpretaties, waarvan de meeste gebaseerd zijn op de religieuze tekst en sociale gewoonte. Echte wezenlijk vooruitgang met betrekking tot vrouwen, kinderkwesties en het omgaan met andere religieuze en etnische minderheden heeft nog niet plaats gevonden.

Het is ironie dat Egypte, dat al een eeuw lang prominente bewegingen en persoonlijkheden kent op het gebied van de vrijheid van vrouwen en het verdedigen van hun doelen. In de eenentwintigste eeuw intimidatie van vrouwen breed maatschappelijk geaccepteerd is. Het haar en lichaam van de vrouw worden niet alleen “uit schaamte” bedekt, maar rechtvaardigt zelfs dat vrouwen worden uitgesloten door zowel de samenleving als de autoriteit!

In feite moet het gesprek over de Verlichting (zonder terug te keren naar de definitie van Europese Verlichting waar veel literatuur over is) voldoen aan een aantal zaken.

1- Het verhogen van bewustzijn over zaken die materiële, psychologische en morele vooruitgang in de weg staat.

2- Over de rol van de wetenschap bij het vormgeven van de manier waarop we denken, moet het gesprek bestaan uit intellectuele vrijheid.

3– Het recht om te kiezen voor individualiteit en de uitsluiting van religieuze overtuiging in de publieke sfeer omdat het een persoonlijke vrijheid betreft.

Dit begint met implementatie van de leerstelling van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationaal Verdrag ter voorkoming van Discriminatie van vrouwen, de Internationale Conventie voor de bescherming van minderheden, de Internationale Conventie voor de bescherming van de rechten van het kind en andere verdragen die de mensenrechten in deze eeuw regelen.

In het kort, de verlichting betekent hier, zoals Tunesische intellectueel Afif Al-Akhdar (1943-2013) zegt: “persoonlijk verbinding maken met de moderne beschaving, dat wil zeggen met haar democratische instellingen, menselijke waarden en wetenschappen.”

Maar om deze verlichting te bereiken en te verspreiden in Arabische samenlevingen is nog een lange weg te gaan. De obstakels houden niet op bij het religieuze establishment en de felle oppositie van alleen politieke islamgroeperingen, maar strekken zich ook uit tot politieke autoriteiten die op zijn best onbezorgd of enthousiast lijken te zijn over verlichting, en in het slechtste geval vijandig staan tegenover de inspanningen om het te verspreiden.

Tot nog toe hebben regeringen bewezen in staat te zijn om samenlevingen richting vooruitgang te helpen als ze het initiatief nemen.

Dit gebeurde in Tunesië tijdens het bewind van Habib Bourguiba (de eerste president van de Republiek Tunesië), en het gebeurt vandaag in Saoedi-Arabië, waar kroonprins Mohammed bin Salman een reeks grote en moedige hervormingen doorvoerde waar een paar jaar geleden niet aan had kunnen worden gedacht.

Verlichting moet deel uitmaken van elk hervormingsproces dat een Arabisch land onderneemt, aangezien het geen partijdige of ideologische slogan is van een bepaalde groep mensen. Het behoort gewoon tot de tijdgeest en het is een noodzakelijke opmaat voor de ontwikkeling van deze samenlevingen naar urbanisatie.

Ik sluit af met de Libanese filosoof Farah Anton (1874-1922),: ‘Er is geen echte burgerschap, geen gerechtigheid, geen gelijkheid, geen veiligheid, geen vertrouwdheid, geen vrijheid, geen wetenschap, geen filosofie en geen vooruitgang thuis, behalve door de scheiding burgerlijk gezag van religieuze autoriteit.”

Omran Salman is journalist, columnist en schrijver. Hij komt oorspronkelijk uit Bahrein en is auteur van het boek ‘Van religie naar spiritualiteit’. Zijn bijdrage maakt deel uit van Bureau Arabia, een initiatief van de Moslimkrant.

Meer informatie over Bureau Arabia: https://moslimkrant.nl/bureau-arabia-een-initiatief-van-de-moslimkrant-2/