Moslims herdenken op donderdag 11 maart 2021 “De Nachtreis” van de profeet Mohammed, in de islam bekend als Isra en Mi’raj.
De Nachtreis is een belangrijke dag voor moslims, die ‘de tweede meest heilige nacht’ wordt genoemd, na Laylat al-Qadr/Waardevolle Nacht die tijdens de heilige vastenmaand Ramadan plaats vindt.
Het is niet verplicht, maar het wordt moslims aangeraden om op deze dag te vasten. Het gebeuren verwijst naar de reis die de profeet Mohammed maakte op een speciale drager die Buraq wordt genoemd. De reis tussen aarde en hemels werd afgelegd in één nacht en bestond uit twee delen.
Isra, is het eerste gedeelte van de Nachtreis van de stad Mekka (Saudi-Arabië) naar de huidige Al-Aqsa-Moskee in Jeruzalem.
Mi’raj, is het tweede deel: van de Al-Aqsa-moskee naar de hemels. In de Koran, onder andere in Hoofdstuk/Soera, De Nachtreis/ Isra, aangehaald. Het hoofdstuk is vernoemd naar het eerste Vers ervan, waar gesproken wordt over de nachtelijke reis van de profeet van de Ka’aba in Mekka naar de verste Moskee – Al-Aqsamoskee – in Jeruzalem.
Volgens de overlevering verscheen engel Jibriel (Gabriël) op een nacht aan de profeet Mohammed waarop hij de Buraq besteeg om samen met Jibriel naar Jeruzalem te gaan. Daar aangekomen bond Mohammed de Buraq met een touw vast aan een ring in de Westmuur.
Na een gezamenlijk gebed/Salaat te hebben verricht met enkele profeten, begon de hemelvaart naar de hemelen tot Sidrat al Muntaha (Laatste Boom) en staat onder de Troon van God. Voorbij het punt heeft geen enkele schepping toegang, inclusief engel Gabriël. Gabriel zei tegen de profeet: “Hier is Sidrat al Muntaha. Als ik dit punt overschrijd, zal ik verbranden.”
De profeet besteeg een spiritueel wezen ‘Rafraf’ om zijn reis te continueren en zo te verschijnen voor God. Dit gebeurde buiten de grenzen van plaats en tijd, op een manier die wij in onze wereld niet kunnen bevatten, God is immers niet gebonden aan plaats en tijd.
Vijf keer per dag salaat verrichten
God vermeld in de Koran – hoofdstuk 67 Het Koningschap/Al-Mulk Verse 3 – dat er zeven hemelen zijn. In de eerste hemel ontmoetten Mohammed en Jibril de profeet Adam. In de tweede hemel de profeten Yahya/Johannes en Isa/Jezus. In de derde de profeet Yoessef/Jozef, in de vierde de profeet Idriss/Enoch, in de vijfde de profeet Haroen/Aäron, in de zesde de profeet Musa/Mozes en in de zevende de profeet Ibrahim/Abraham.
De profeet Mohammed sprak met elke profeet die hij tegen kwam. Als laatste zou de profeet, God hebben ontmoet die hem de boodschap doorgaf dat moslims vijftig keer per dag het gebed/Salaat moesten verrichten.
Toen de profeet met dit nieuws in de zesde hemel arriveerde, stuurde profeet Mozes hem terug naar God. Mozes vond vijftig keer te zwaar voor de gelovigen. De profeet keerde op verzoek van Mozes terug naar God die toen het gebod van een tienmaal-dagelijkse gebed meegaf. Mozes vond dit nog steeds te veel, en zo kwam de profeet een derde maal bij God. God deed het gebod om vijf keer per dag te bidden. De profeet kwam wederom bij Mozes die het nog steeds te zwaar vond, waarop de profeet bekende dat hij zich schaamde om te keren naar God voor minder.
Vanaf dat moment werden moslims verplicht vijf maal per dag het gebed te verrichten.