Deel 3:
Waarom staat Nederland vrede tussen Israël en Palestina in de weg?
Ondanks alle schendingen van het internationaal recht staat Nederland al bijna 70 jaar achter Israël. Tot de dag van vandaag blijkt Nederland een belangrijke pleitbezorger voor Israël in de Verenigde Naties en in de Europese Unie, terwijl voorzichtig kanttekeningen zijn geplaatst bij het Israëlische beleid en corrigerende maatregelen zijn voorgesteld.
Het Internationaal Gerechtshof [IGH] heeft vastgesteld hoe vrede tussen Israël en Palestina moet worden bereikt. Samengevat:
– Israël dient de muur, op Palestijns gebied gebouwd, af te breken en de getroffenen schadeloos te stellen;
– Israël dient zich onvoorwaardelijk terug te trekken uit alle bezette gebieden. Pas daarna vinden finale statusonderhandelingen plaats;
– Israël dient zich te houden aan de mensenrechten en het oorlogsrecht. De internationale gemeenschap heeft de plicht erop toe te zien dat Israël zich daaraan houdt.
Nu beweert Nederland het internationaal recht hoog te achten en het beleid te respecteren. We zijn trots op Den Haag als de hoofdstad van het internationaal recht. De Grondwet stelt de rechtskracht van het internationaal recht boven het Nederlandse. Alle parlementariërs en alle bewindspersonen zweren trouw aan de Grondwet.
Je zou dan denken dat Nederland een van de drijvende krachten achter de aanwijzingen en verplichtingen van het IGH zijn, in internationale context en Europees verband. Niets is minder waar. Nederland steunt voortdurend niet-legale, nutteloze onderhandelingen voorafgaand aan de Israëlische terugtrekking uit de bezette gebieden, en heeft zo diverse malen de door het Hof aangegeven weg naar vrede geblokkeerd. Behalve het openstellen van een meldpunt voor slachtoffers van ‘de muur’, heeft Nederland zich niet noemenswaardig ingezet. Sinds 1947 is Palestina nog steeds niet als staat erkend door Nederland.
Het Nederlandse staatsbestel heeft een weeffout. Het oordeel over de grondwettelijke juistheid van wetten is voorbehouden aan de wetgevende macht: het parlement zelf. De slager keurt zijn eigen vlees en de rechter is bewust buiten spel gezet. Zo verdedigde enige maanden geleden GroenLinks een corrigerende wijziging van de Grondwet, maar de VVD keerde zich daar tegen waarop de noodzakelijke tweederde meerderheid er niet kwam en de wantoestand voortduurt. Parlementariërs en bewindspersonen kunnen dus zonder angst voor corrigerende of strafmaatregelen hun ambtseed schenden. In het geval van het conflict Israël-Palestina staat het Nederlandse beleid haaks op de uitspraken van de hoogste rechter ter wereld.
Hiermee dringt de vraag zich op waarom gewone burgers zich aan de wet zouden moeten houden als zelfs politici van het hoogste bestuursniveau daar minachtend aan voorbij gaan.
Hoe kan dat? Het korte antwoord is: sinds jaar en dag bestaat hiervoor geen Tweede Kamermeerderheid. Een op het internationaal recht gebaseerd regeringsbeleid bestaat dus ook niet. De vraag naar het waarom is nog steeds onbeantwoord.
Wat heeft het Nederlandse Israëlbeleid bepaald? Voor veel Nederlanders speelt het lot van de Joden onder de Nazi’s en hun verlangen naar een veilige thuishaven een rol. Christenen van orthodoxe signatuur voelen een aan de Bijbel ontleende band met het Joodse volk en dus met de staat Israël. Voor Nederland vormde de Noord-Atlantische verbondenheid – vooral met de VS, die rabiaat pro Israël is – een anker dat ons buitenlands en defensiebeleid heeft bepaald. Dan is er ook nog een politieke geestelijke luiheid.
Terwijl het politiek zionisme al van ver voor de Tweede Wereldoorlog zijn misdaden pleegde, laat het ons, ook in Nederland, geloven in een zogenaamde democratische Israël, van alle kanten bedreigd door een vijandige omgeving. De ruwe Israëlische werkelijkheid wordt zo gemaskeerd. Een meerderheid van de Tweede Kamer en de huidige regering menen dat, als je je kop in het zand steekt, de werkelijkheid niet bestaat.
Komt er ooit een realistischer, op vrede georiënteerd Nederlands beleid? Waarschijnlijk wel. Het Joods-Israëlische volk zit gevangen in een rampzalige ideologie en het regime in een al even desastreus beleid. Het verdrijven van de niet-Joden vereist steeds hardere maatregelen, met steeds bloederiger acties. Dat gaat door totdat de maat vol is voor het Westen, misschien na weer een moorddadige aanslag op Gaza of Libanon. Hoog tijd voor de internationale gemeenschap om aan Israël vrede op te leggen.
De omslag in Nederlands beleid moet er komen, eerder vandaag dan morgen. Daarom wil ik de volgende keer de politieke macht van de Nederlandse moslims onder de aandacht brengen .
Jan Wijenberg is oud-ambassadeur