Nu regeringen door het hele Midden-Oosten proberen zich los te maken van natuurlijke hulpbronnen om gediversifieerde, veerkrachtige economieën op te bouwen, zouden ze een aantal lessen van Dubai kunnen leren, want die vertellen een opmerkelijk verhaal.
In minder dan een generatie heeft Dubai zichzelf getransformeerd tot een belangrijk centrum voor investeringen, commercie, en hoge cultuur.
Alhoewel de mondiale financiële crisis van 2008 de stadstaat hard getroffen heeft (door zijn grote blootstelling aan vastgoedzeepbellen), herstelde deze snel, zoals zijn bids voor evenementen als de Wereld Expo 2020 bewijzen.
Hoe Dubai erin slaagde om niet slechts te overleven maar zelfs te bloeien in de nasleep van de crisis vraagt om nader onderzoek. Dus afgelopen zomer ben ik begonnen met onderzoek naar het zogenaamde Dubai-model van veerkrachtige groei, en naar de uitdagingen die dit model wellicht nog te wachten staan. Als onderdeel van mijn onderzoek nam ik meer dan veertig diepte-interviews af met regeringsfunctionarissen en de zakenelite, en onderbouwde mijn bevindingen met secundaire databronnen.
De groei en veerkracht van Dubai zijn toe te schrijven aan zijn ÁBS-model van attractie, branding, en staatsgeleide ontwikkeling. Net zoals het antiblokkeerremsysteem van een auto voorkomt dat deze oncontroleerbaar wordt in gevaarlijke situaties houdt de drievoudige strategie van Dubai zijn ontwikkelingsagenda op koers, zelfs tijdens economische crises.
Met betrekking tot staatsgeleide ontwikkeling is de aanpak van Dubai typisch voor de Golfstaten. Zijn maatschappij volgt tribale tradities die de heersende elite, aangevoerd door de koninklijke familie, een patriarchale en almachtige rol toestaan in het bepalen van de richting en vorm van de economische ontwikkeling. Dit betekent dat ‘de firma Dubai’ zich snel en naadloos kan aanpassen aan veranderende economische omstandigheden.
Dubai wordt soms het Singapore van de woestijn genoemd, omdat het net als Singapore een enorme door de staat geleide economische groei heeft meegemaakt, en profiteert van een proactief visionair leiderschap dat een kleine stadsstaat met beperkte natuurlijke hulpbronnen heeft veranderd in een belangrijke internationale doorvoerhaven.
Bovendien heeft Dubai zichzelf goed in de markt gezet om de buitenlandse investeringen en arbeid benodigd om zijn groeiambities te bereiken aan te trekken. Net zoals New York, Shanghai, en Las Vegas, die alle drie hun imago door middel van architectuur hebben verbeterd, brengt Dubai zijn innovatie georiënteerde identiteit over door middel van zijn stadslandschap en skyline, die rond de 150 wolkenkrabbers telt, meer dan elke andere stad behalve New York en Hong Kong.
Verder heeft Dubai het eerste 3D-geprinte kantoorgebouw, adembenemende kunstmatige eilanden, ’s werelds enige (zelfbenoemde) ‘zevensterren hotel,’ winkelcentra gecombineerd met aquaria, indoor skibanen, en parachutespringfaciliteiten, en een hele reeks iconische gebouwen en pretparken. Ook is het gastheer van de duurste paardenrennen ter wereld en andere overdadige sportevenementen.
Het merk Dubai wordt nog verder versterkt door zijn politieke stabiliteit, veiligheid, tolerantie, culturele diversiteit, en hoge levensstandaard, die kundige expats van over de hele wereld aantrekken. Bovendien trekt het emiraat buitenlandse investeerders aan met speciale economische zones die weinig andere staten kunnen evenaren.
Er wonen twee miljard mensen binnen vier uur vliegen van Dubai, dus het is niet verrassend dat het is opgekomen als overtuigende locatie voor zowel investeerders als toeristen van over de hele wereld. Zoals een zakenvrouw die ik interviewde zei ‘heeft Dubai alle ingrediënten om een extreem populaire attractie voor investeerders en toeristen van over de hele wereld te zijn’ waarbij ‘een substantieel deel van de Arabische jeugd er de Dubai Dream wil komen leven.’
Dubai heeft zijn concurrerende voordeel in het aantrekken van hoogwaardige arbeid en investeringen gecomplementeerd met een arbeidspolitiek die ook lager opgeleide buitenlandse arbeiders aantrekt om zijn groeimotor aan te drijven. Maar het vertrouwen op buitenlandse arbeid zou in de toekomst structurele problemen kunnen opleveren. Alhoewel bedrijven tijdens moeilijke tijden snel van hun werknemers kunnen afkomen, resulteert dit vervolgens in een tekort aan arbeid als de omstandigheden weer beter worden. Vooral voor hoger opgeleide werknemers kost het veel langer deze aan te trekken dan ze af te stoten.
Een ander gevaar is dat, alhoewel het emiraat al een lange periode van politieke en economische stabiliteit beleeft, een significante regionale omwenteling er voor zou kunnen zorgen dat buitenlandse werknemers, met welke opleiding dan ook, het hazenpad kiezen, ondanks de belofte van hoge salarissen en een aantrekkelijke levensstijl. Het vertrouwen van Dubai op buitenlandse arbeid bedreigt zo zijn lange termijn economische capaciteit om toekomstige schokken te kunnen weerstaan.
Zich bewust van deze potentiele gevaren heeft het leiderschap van Dubai onlangs een omvattend plan goedgekeurd om het onderwijs gericht op de ontwikkeling van lokaal menselijk kapitaal te herzien. De heerser van Dubai, Sjeik Mohammed Bin Rashid, heeft gezegd dat ‘we er naar uit zien een nieuwe generatie studenten te onderwijzen die is uitgerust om de gereedschappen van de toekomst te gebruiken.’
Het zal waarschijnlijk een generatie of meer kosten om de vruchten van onderwijshervormingen te plukken. Singapore kreeg het uiteindelijk voor elkaar om een hoogwaardige basis van lokaal talent te ontwikkelen door grote investeringen in onderwijs te doen en de voltooiing van een vervolgstudie als nationale prioriteit te stellen. De stadstaat scoort bij internationale testen nu bijna het beste op natuurkunde en wiskunde.
Het ABS-model verklaart de economische veerkracht van Dubai en zijn snelle herstel na de mondiale financiële crisis. Maar het helpt het emiraat ook om zijn strategie aan te passen aan nieuwe uitdagingen. Net zoals het ABS-systeem van een auto het makkelijker maakt voor een bestuurder om te af te remmen of van koers te veranderen om gevaarlijke obstakels te vermijden, kan het staatsgeleide ontwikkelingsapparaat van Dubai zijn aantrekkingskracht en branding in overeenstemming brengen met zijn groeidoelen en veranderende omstandigheden in het Midden-Oosten en daarbuiten.
Wanneer de overheid er aan de andere kant niet in slaagt om zijn structurele probleem – onderontwikkeld lokaal menselijk kapitaal – op te lossen zal dit in feite overeenkomen met het besturen van een gevaarlijker voertuig, waarin het moeilijker of onmogelijk is om obstakels te vermijden zonder dat de wielen blokkeren.
Met dank aan Project Syndicate.