Azzedine C., de hoofdverdachte in het grote Haagse jihadproces, is tot zes jaar cel veroordeeld. Ook andere verdachten kregen forse celstraffen opgelegd. De verdachten planden geen aanslag, maar houden er volgens justitie wel een radicaal gedachtegoed op na.
Volgens justitie was Azzedine C., alias Abou Moussa, het gezicht en de aanjager van een groep verdachten uit de Haagse regio die jongeren ertoe wilde aanzetten naar Syrië of Irak te reizen, om daar deel te nemen aan de gewapende strijd. Toch sprak de rechtbank hem vrij van ronseling. Wel is Azzedine C. schuldig bevonden aan haatzaaien en oproepen tot geweld tegen Joden, tijdens demonstraties in Den Haag.
Volgens de rechter is vrijheid van godsdienst is absoluut. ,,Alleen gedragingen kunnen strafbaar zijn.” Ook de vrijheid van meningsuiting is een groot goed, alleen die is niet absoluut. De grens ligt bij het inperken van andermans vrijheden. Niet strafbaar is het houden van bijeenkomsten voor het bestuderen van de islam, evenals het salafisme, zolang dat vreedzaam gebeurt. Ook toegestaan is het steun betuigen aan terroristische organisaties, aldus de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de politie niet de bevoegdheid had een nepprofiel op Facebook aan te maken om de verdachten te volgen. ,,Onherstelbaar vormverzuim”,. Toch is er geen sprake is van inbreuk op privacy omdat er genoeg reden was voor onderzoek.