Deze als compliment bedoelde, maar vooral als uiting van verbazing klinkende, uitspraak ergert veel inwoners van ons land. Deze inwoners hebben een uiterlijk of accent dat zou kunnen wijzen op een ‘niet-westerse migratieachtergrond.’
In de praktijk kunnen zij inderdaad recente immigranten zijn, of vluchtelingen. Net zo goed en statistisch waarschijnlijker, ligt die migratieachtergrond een generatie of zelfs vier generaties terug. Dit laatste geldt bijvoorbeeld voor de Rotterdamse met Chinese betovergrootouders, die mij zo’n ervaring vertelde. En het was niet maar een enkele keer dat zij het meemaakte. En zij is alleen maar een van de velen, niet alleen met een Aziatisch, maar ook met een Afrikaans of Latijns uiterlijk.
De ergernis is vergelijkbaar met die over de vraag Waar kom je (echt) vandaan? Deze vraag, die ook talloze malen in het leven van een inwoner (met een niet westerse achtergrond) wordt gesteld, en het twijfelachtige compliment plaatsen de aangesprokene buiten de kring van vertrouwd ogenden, die zo’n vraag of compliment nooit krijgen. Toch verschillen de twee van karakter, niet alleen omdat een vraag iets anders is dan een compliment. De vraag kan je overal ter wereld worden gesteld, maar aan het compliment zit iets typisch, wat lang niet overal buiten Nederland normaal is. En dat typische heeft te maken met de omgang van Nederlanders met ‘hun’ taal.
Inderdaad, daar begint het mee, dat ‘hun.’ Want het Nederlands mag dan een taal van 24 miljoen mensen zijn, die in België, Nederland en Suriname standaard is en daarnaast ook nog op Curaçao, Aruba en Sint-Maarten door velen wordt verstaan en gesproken, Europese Nederlanders zien haar meestal als hun bezit.
Van Vlamingen hoor ik de klacht dat zij in Nederland, met name Amsterdam, wel in het Engels te woord worden gestaan! En heel veel Nederlanders denken dat er in België ‘Vlaams’ wordt gesproken – wat net zo’n feit is als dat er in Noord- en Zuid-Holland ‘Hollands’ wordt gesproken. En dat zou dan geen Nederlands zijn.
En er is dat tweede feit: dat (vooral ‘hooggeschoolde’) Nederlanders in het bijzijn van een enkele buitenlander onmiddellijk op het Engels overstappen. Dat gebeurt zelfs als die buitenlander graag Nederlands wil leren. In Den Haag lopen expats met een button Spreek Nederlands met mij, aub. Je zou erom moeten lachen als het niet zo triest was. De Nederlanders in kwestie verdedigen zich met het argument van beleefdheid, die vergt dat ze de buitenlander in een begrijpelijke taal toespreken. En soms zeggen ze te betwijfelen of hun in het Nederlands gedane mededelingen wel goed overkomen. Zulke Nederlanders beroepen zich graag op hun internationale oriëntatie en openheid. Maar hoe gastvrij is dit?
Vorig jaar stond in de NRC het relaas van een Brit die in Nederland op academisch niveau Nederlands studeerde. Hij ontmoette enkel verbaasde, sceptische en zelfs afwijzende reacties. Niks van wat leuk, welkom in ons taalgebied. Het lijkt erop, dat de meeste Nederlanders het helemaal niet toejuichen wanneer ‘mensen van buiten’ hun taal leren. In die zin lijkt Nederland op Japan, waar het evenmin wordt aangemoedigd om Japans te leren. Nu menen wij te weten dat Japanners behoorlijk xenofoob zijn, hoe zit dat dan met Nederlanders? En zeker met diegenen die kosmopolitisch heten te zijn.
In een onderzoek naar wat Nederlanders als essentieel zien in wat hen verbindt, werd vorig jaar als eerste de Nederlandse taal genoemd. Dit was een onderzoek naar de Nederlandse identiteit. Het is een belangrijke aanwijzing dat Nederlanders het Nederlands zien als deel van hun identiteit, iets wat ‘ons’ van anderen onderscheidt, deel van het wij-gevoel. Als dat zo zou zijn, komt het gebruik van Nederlands door een vreemde neer op het indringen in privédomein. Iemand komt deelnemen aan ‘ons’ gesprek. Er komt een buitenstaander onze huiskamer in en doet alsof-ie thuis is.
Een laatste aanwijzing dat dit zo kan zijn: hoe vaak horen we niet dat Nederlands een moeilijke taal is? Een dwaas argument. Alle mensen kunnen alle talen leren, mits ze er op tijd mee beginnen. Als je denkt dat Nederlands moeilijk is, probeer dan eens Russisch of Duits. Nee, dat zogenaamd moeilijke Nederlands staat voor iets anders: het bemoeilijken van de toegang tot ‘onze’ culturele ruimte.
Herman Meijer was van 2003 tot medio 2006 voorzitter van het landelijk bestuur van GroenLinks. Van 1990 tot 2002 was hij gemeenteraadslid en wethouder in Rotterdam. In zijn portefeuille zat onder meer stads- en sociale vernieuwing, allochtonen-, grote steden- en moskeebeleid.