Vandaag 30 maart organiseert het Nederlandse Centrum voor Informatie en Documentatie in Den Haag het symposium ‘Internationaal CIDI-Symposium: Terrorisme, Israël en Internationaal Recht’.
Een internationaalrechtelijk en politiek mijnenveld van formaat staat ter discussie: het belang van Israëlisch recht in de bestrijding van het terrorisme. Het CIDI verwacht van de deelnemers dat ze het Israëlische rechtssysteem onderschrijven, maar de feiten en het gangbare internationaal recht ontkrachten dat volledig.
Sinds de bezetting van Palestina in 1967 is de Israëlische wetgeving gericht op:
– het legitimeren van uitroeiing, onderdrukking en ont-rechting van de niet-Joodse groeperingen in Israël en in de bezette gebieden;
– de schijn oproepen als zou die wetgeving conform het internationaal recht zijn
Deze claims worden in elk geval niet door de overgrote meerderheid van deskundigen in het internationaal recht erkend. Zo schrijft Lisa Hajjar in haar in 2006 verschenen artikel ‘International Humanitarian Laws and ‘Wars on Terror, a Comparative Analysis of Israeli and American Doctrines and Politics’ dat Israël noch de Verenigde Staten het internationale humanitaire recht respecteren; zij proberen het vooral zo te herinterpreteren dat het de (gemilitariseerd of andersoortige) uitoefening van politieke agenda’s toestaat. Ze claimen zelfs dat de herinterpretatie wettelijk geldig zou zijn.
Israël eigent zich alle rechten toe en onthoudt de Palestijnen alles wat hen rechtens toekomt, zoals bijvoorbeeld het Israëlische recht om militair geweld tegen de Palestijnen te gebruiken. Tegelijk ontkent Israël hen wederkerig recht dat is vastgelegd in de Vierde Geneefse Conventie om geweld te gebruiken om terug te slaan en zelfs het recht om zich te verdedigen. Veel staten schenden en ontkennen de rechten van mensen, maar weinigen zijn zo ver gegaan om hun beleid en praktijken te framen als wettelijk, rechtvaardig en noodzakelijk, aldus professor Lisa Hajjar aan de Berkely Universiteit van Californië.
Uit Israël’s dossier ‘internationale humanitaire recht’ een kleine greep:
– Van september 2000 tot oktober 2014 hebben de Israel Defence Forces 1.887 Palestijnse kinderen vermoord, gemiddeld elke drie dagen één kind; voor Israëlische normen een zogenaamde rustige periode.
– Na de derde Israëlische aanslag op Gaza concludeerde het Russell Tribunaal, in een speciale zitting in Brussel op 25 september 2014, dat Israël op weg is naar genocide op de Gazaanse bevolking. U leest het goed: genocide!
Het Internationaal Gerechtshof verwees de Israëlische pretenties resoluut naar de prullenmand. Het Hof bepaalde, op grond van tal van instrumenten van dwingend internationaal recht, in zijn Advisory Opinion van 9 juli 2004, dat Israël de muur, voor zover op Palestijns gebied, moet afbreken en de getroffenen schadeloos stellen. Ook moet Israël zich zonder onderhandelen, zonder voorwaarden vooraf, zonder ‘land swaps’, vreedzaam terugtrekken uit alle bezette gebieden. Pas daarna zullen finale status onderhandelingen worden gevoerd op voet van gelijkheid, dus tussen de staten Israël en Palestina.
Maar al twaalf jaar lang is noch door Israël, noch door de internationale gemeenschap, iets in die richting gedaan. De greep van Israël op Palestina is zelfs sterker geworden. Palestina drijft steeds verder weg naar de horizon.
Dan is er een derde – ook dwingend – advies van het Internationaal Gerechtshof:
“….dat alle staten onder een verplichting staan om de illegale situatie die voortvloeit uit de bouw van de muur niet te erkennen en geen hulp of assistentie te verlenen aan die bouw.(…)
….dat alle staten erop toezien dat elke belemmering, als gevolg van de bouw van de muur, in de uitoefening door het Palestijnse volk van zijn zelfbeschikkingsrecht, beëindigd wordt. (…)
….staan alle staten (…) onder de verplichting om de naleving door Israël van internationaal humanitair recht zoals opgenomen in de Conventie te verzekeren.”
De internationale gemeenschap, Israël en Nederland voorop, hebben dit internationale recht stelselmatig genegeerd en daarmee de uitspraak van de hoogste rechter ter wereld geschonden, ten koste van vrede tussen de partijen. Het Internationaal Gerechtshof eist “de naleving door Israël van internationaal humanitair recht “.
Nu organiseert het CIDI een symposium met als doel de Israëlische rechtsstelsel legitimiteit te geven. Wetgeving die is opgesteld om Israël alle rechten te verschaffen en de Palestijnen rechteloos te maken. Samengevat: kwaadaardige volksverlakkerij.