De gemeente Utrecht heeft terecht de uitkering verlaagd van een vrouw die weigerde om tijdens een werktraining haar nikab af te doen.
De Centrale Raad van Beroep is het met de gemeente eens dat de vrouw waarschijnlijk geen werk zou vinden zolang ze de gezichtsbedekkende kleding droeg. Dat legde volgens de rechters “onnodige druk op de publieke middelen”.
De betrokken vrouw zat in de bijstand. Ze zou vier jaar geleden een training volgen om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, maar wilde daar haar nikab blijven dragen. De gemeente vond dat dat het vinden van werk belemmert en kortte haar uitkering daarop voor twee maanden met 30 procent. De vrouw mocht van de gemeente wel een hoofddoek dragen, maar ze hield vast aan haar nikab.
De raad van beroep noemt het besluit van de gemeente noodzakelijk. “Het onbedekte gezicht speelt een belangrijke rol in het contact tussen personen en is essentieel bij het krijgen van werk”, aldus de rechter. Het recht op godsdienstvrijheid is daaraan ondergeschikt.
In Nederland dragen naar schatting 150 vrouwen een nikab. Eind vorig jaar stemde een meerderheid van de Tweede Kamer in met een boerkaverbod in delen van de openbare ruimte – het dragen van een nikab, boerka of integraalhelm in een school of een overheidsgebouw wordt beboet met 400 euro. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer.