Een op de vijf agenten erkent “regelmaat, vaak of altijd” mensen staande te houden omdat zij deel uitmaken van een bepaalde etnische groep. Van de ondervraagde agenten geeft 41 procent toe af en toe etnisch te profileren. Een kleine minderheid van 14 procent zegt nooit op basis van etniciteit mensen te controleren.
De meerderheid van de agenten van de eenheid Oost-Brabant doet aan etnisch profileren. Dat blijkt uit een intern politierapport dat Brandpunt heeft ingezien. Het programma, dat vanavond een uitzending aan het onderwerp wijdt, heeft het rapport in handen gekregen via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur.
Plaatsvervangend korpschef Ruud Bik erkent in Brandpunt dat etnisch profileren “vaak voorkomt”, maar hij wil niet van een structureel probleem spreken. “Etnisch profileren deugt niet, het is niet professioneel, het werkt niet en het ondermijnt het vertrouwen van burgers in de politie.”
“Het gaat veel te ver om, zoals nu in de media vaak gebeurt, etnisch profileren op één lijn te zetten met discriminatie. Discriminatie binnen de politie zou volstrekt onaanvaardbaar zijn.” Van de Kamp pleit ervoor de term ‘etnisch profileren’ om te buigen naar ‘vakkundig profileren’. Hierin zou de nationale korpsleiding de leiding moeten nemen.
De Nationale Politie zegt niet over cijfers te beschikken die aantonen hoe vaak etnisch profileren landelijk voorkomt. Verder heeft de Politie Academie een onderzoek gedaan naar etnisch profileren onder politiestudenten.