Een bijstandsgerechtigde met een uitkering is terecht op zijn uitkering ingekort nadat de man vanwege zijn geloofsovertuiging zijn baard niet wilde afscheren.
De man in kwestie moest van de dienst SoZaWe een opleiding tot asbestverwijderaar volgen. Hiervoor moest hij zijn baard afscheren, – om de veiligheidsmaskers te dragen – dit weigerde de man en omdat hij met de korting op zijn uitkering niet eens was wende hij zich tot de rechter.
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) was dinsdag in het nadeel van de man. Het verbod om een baard te dragen is volgens de CRvB weliswaar een inbreuk op de vrijheid van godsdienst, maar die is toegestaan omdat de maskers verplicht en noodzakelijk zijn voor de gezondheid van de werknemer.
De opleiding was voorzien van een baangarantie en een uitgelezen kans op betaald werk”, aldus de bestuursrechter. Door zijn weigering legt hij volgens de CRvB een onnodige druk op publieke middelen.