Honderden mensen hebben zaterdagmiddag in Nederland het slavernijverleden herdacht.
Tijdens de bijeenkomst in Amsterdam bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark sprak minister Stef Blok (Veiligheid en Justitie) zijn onbegrip uit over dit zwarte hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis.
Blok: “Hoe kon het dat in de Republiek van de ware vrijheid, zoals de Hollandse bestuurders zich omschreven, zo weinig oog was voor de vrijheid van de ander?”
“De verplichting die het verleden ons oplegt, is dat we ons niet mogen neerleggen bij misstanden. Dat is voor mij de les van het herinneren”, zei Blok. “Dat vrijheid, gelijkwaardigheid en het recht om zelf je leven te leiden altijd moet worden verdedigd.”
De Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim (diversiteit) hield in de plaats van burgemeester Eberhard van der Laan een toespraak bij de herdenking. Volgens haar is “De geschiedenis te lang genegeerd of gebagatelliseerd. “Als we niet erkennen dan die nog meer leed veroorzaken”.
Volgens Antoin Deul, directeur van NiNsee (Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en erfenis), zijn de sporen van de slavernij nog overal om ons heen. Hij pleitte in zijn toespraak voor een land waar iedereen gelijke kansen heeft en voor een land “dat excuses aanbiedt voor vierhonderd jaar slavernij en koloniaal verleden en de slachtoffers compenseert”.