Tijdens zijn bezoek aan Marokko werd paus Franciscus getrakteerd op een concert in het gebouw van het Instituut Mohammed VI voor imams in de hoofdstad Rabat.
Onder leiding van de befaamde Franse dirigent Jean-Claude Casadesus speelde het Filharmonisch Orkest van Marokko het nummer “Caccini, Ave Maria” vertolkt door muezzin (gebedsoproeper) Smahi Harrati uit Casablanca, de Sefardisch-Joods-Frans Algerijnse operazangeres Françoise Atlan, de Franse sopraanzangeres Caroline Casadesus en de Marokkaanse pianiste Dina Bensaïd.
Het optreden verbeeldde in een zangnummer de drie monotheïstisch godsdiensten die oproepen tot vrede.
Het nummer maakte eerder deel uit van een project dat in 2016 werd gelanceerd door het Filharmonisch Orkest van Marokko onder de titel “Religions in Unison”, waarin een zoektocht wordt gedaan via muzikale wegen om artiesten van de drie religies samen te laten optreden voor tolerantie, vrede, dialoog en respect tussen de wereldbewoners.
Om minstens twee redenen was het een bijzonder optreden:
- De paus (hoofd van de kerk) en koning Mohammed VI (Commandent van de gelovigen) die naast elkaar zitten en naar muziek luisteren.
- Het optreden werd live uitgezonden door Al Aoula, de staatszender van Marokko en tegelijkertijd op Vatican Media, de staatstelevisieomroep van het Vaticaan.
https://www.youtube.com/watch?v=tAYXeIiHGoE&feature=youtu.be
Dezelfde zaterdagavond regende het klachten op de Arabische sociale media over de koning, de paus en gebedsoproeper Smahi Harrati en zijn deelname aan het optreden.
Fatwa witwasser
Het hek was van de dam toen de zondag daarop The Association of Muslim Scholars (Vereniging van Islamitische Geleerden), waarvan de salafistische Saoedi geestelijke Mohamad al-Arefe de voorzitter is, het optreden in Rabat in een verklaring vervloekte en het on-islamitsch verklaarde.
Mohamad al-Arefe heeft 15 miljoen volgers op Twitter en 16 miljoen op Facebook. Hij is in dienst van kroonprins Mohammad bin Salman van Saoedi-Arabië en staat ook wel bekend als “de fatwa witwasser” van de Koninklijke familie.
Hardcore salafisten hadden met de verklaring van Al-Arefe een vrijbrief om koning Mohammed van Marokko, de paus, gebedsoproeper Smahi Harrati en het Filharmonisch Orkest op de brandstapel te gooien, in theologische zin dan.
Want: hoe durft de koning naar muziek te luisteren, verboden volgens salafisten, en hoe durft hij als Commandant van de gelovigen alsook gebedsoproeper Smahi Harrati de oproep tot het gebed te laten misbruiken in een lied?
Het misverstand
Ook op de Nederlandse sociale media, met name op Facebook, kwamen tegenstanders en voorstanders van het optreden tegenover elkaar te staan.
Bij veel Neder-Marokkanen en andere moslims leeft een groot misverstand over de titel Amir al-Mu’minin oftewel Commandant van de gelovigen, die de koning draagt. De titel is Amir al-Mu’minin (Commandant van de gelovigen) en niet Amir al-Mu’slimin (Commandant van de moslims).
De gelovigen (al-Mu’minin) in Marokko zijn niet alleen Marokkanen en andere moslims, zoals de meeste salafisten, Neder-Marokkanen en sommige moslims denken, maar ook joden en christenen, in de Koran vermeld als “mensen van het Boek”.
Als Marokkaanse joden het over de koning hebben, zeggen ze “L’malik Djaalna”: “onze koning”, en hetzelfde geldt voor de Marokkaanse christenen. Als hij hun koning is, dan is hij ook hun Commandant in het geloof.
De koning heeft veel taken waar hij voor verantwoordelijk is en dat is op de eerste plaats de stabiliteit van het land. Onder die stabiliteit behoort ook de religieuze diversiteit van alle ingezetenen die een geloof aanhangen.
Dat de orthodoxe salafisten het bezoek van de paus en een lied dat oproept tot dialoog en respect tussen de wereldbewoners, gebruiken om hun agenda door te voeren, is zeer on-islamitisch en bovendien theologisch onjuist.
Het is vooral het bewijs dat zij in tegenspraak zijn met de woorden van God in de koran: Soera (hoofdstuk) 109: Jullie (joden en christenen) hebben jullie godsdienst en ik (Mohammed/moslims) heb mijn godsdienst.
Hier zegt God, tegen de Profeet Mohammed, duidelijk dat de Joden en Christenen gelovigen zijn met een godsdienst.
Het oproep tot het gebed is geldig als het voor aanvang van het gebed wordt gedaan met de intentie om de belijdende moslims eraan te herinneren dat het tijd is voor het gebed. Dit was tijdens het concert niet het geval.
De bewoners van Marokko – moslims, joden, christenen, agnosten, atheïsten – hebben even veel recht om naar de oproep tot het gebed te luisteren. God is van iedereen en zeker geen eigendom van orthodoxe, hardcore salafisten.