Op Curaçao wordt al jaren een discussie gevoerd over de voertaal in het onderwijs. Ruim tien jaar geleden zijn alle basisscholen, op vier na, overgegaan op Papiaments als voertaal.
Maar de middelbare scholen houden nog steeds Nederlands aan. Daardoor krijgen veel leerlingen de leerstof in het voortgezet onderwijs niet goed mee, omdat ze het grootste gedeelte niet begrijpen. Dat meldt Carabisch Netwerk.
Een lerares die op scholen in Montaña en Weis lesgeeft bevestigt dat veel scholieren op middelbare scholen de lesstof niet goed begrijpen. “Ze moeten na vier jaar wel examen doen in het Nederlands, daarom probeer ik zoveel mogelijk Nederlands in mijn les te proppen”, zegt de lerares.
In 2011 werden er nog plannen aangekondigd om een Papiamentstalige havo/vwo-opleiding te starten, maar dit plan kwam nooit van de grond. Toch blijft de discussie of leerlingen beter zouden presteren op een Papiamentstalige school.
De lerares vraagt zich af waarom les wordt gegeven in het Nederlands als het overgrote deel van 80 à 90 procent van de leerlingen niet in het buitenland gaat studeren. “Engels zou beter zijn als voertaal, of Spaans.
Het probleem is dat men het niet kan betalen. Als je naar Colombia gaat krijg je geen studiefinanciering. Als je gelijke kansen wil hebben moet je, in het huidige systeem, toch naar Nederland”, zegt de lerares.
Oud-leraar en huiswerkbegeleider, Edward Melfor, bevestigt dat het Curaçaose schoolsysteem volledig gericht is op de kleine groep die jaarlijks in augustus naar Nederland vertrekt. “Alles is gemaakt zodat er een export van intelligentie, ‘brain drain’, naar Nederland gaat.
De meeste van hen komen niet terug. Het hele onderwijssysteem is opgezet voor dat kleine groepje en niet voor de jongeren die op hun eiland blijven en hier hun steentje bij willen dragen”, aldus Melfor.