In de reacties op de gebeurtenissen in Amsterdam valt veelvuldig het woord antisemitisme. Ik vraag me af of dit passend is en wat het effect ervan is.
In het algemeen gaat antisemitisme over Joodse slachtoffers van vooroordeel, discriminatie en vervolging. De opgefokte jongens op scooters, die achter Maccabisupporters aangingen, zitten in een ander narratief. Wat zij van het Israelisch-Palestijnse conflict wel en niet begrijpen moet nog voor de rechtbank blijken. Maar zeker is wel dat ze in een werkelijkheid leven die Joden niet als slachtoffers kent, maar als daders. En dat ze enige vorm van identificatie hebben met de Palestijnse slachtoffers. Ze zijn partij geworden in een politiek conflict, hoe dan ook.
De voetbalsupporters uit Tel Aviv werden in de straten van Amsterdam achternagezeten en mishandeld. In de commentaren worden ze veelal als ‘Joden’ aangeduid. Het is de vraag of deze apolitieke aanduiding hier wel past. Afgezien of Maccabi ook Arabisch-Israëlische supporters kent, deze supporters werden door hun zelfbenoemde vijanden als vertegenwoordigers van de Staat Israël beschouwd. En gezegd moet worden, daar hebben ze ook aanleiding toe gegeven. Zoals Trouw beschrijft hebben sommigen onder hen – in Amsterdam! – een Palestijnse vlag van een gevel gerukt en – op de Dam! – anti-Arabische en anti-Palestijnse leuzen geroepen. Met voetbal had dit alles niets te maken, met politiek des te meer. Dit lijkt een extra prikkel voor de politiek gemotiveerde gewelddadigheid van die Amsterdamse jongens. Zij gingen dus niet ‘op Jodenjacht’ zoals verluidt. Ze gingen geen synagogen in brand steken en geen Joodse winkels plunderen. Zij gingen voor hun eigen besef de handlangers van de Israëlische staat te lijf, die verantwoordelijk is voor de dood van tienduizenden Palestijnen.
Het verwijt van antisemitisme wordt inmiddels niet alleen gebruikt door keurige wetenschappers en verantwoordelijke bestuurders. Het wordt ook gebruikt door types als Netanyahu, Ben-Gvir en Smotrich. Die gebruiken het ook binnenslands tegen Joodse Israëliërs die hun racistische politiek niet zien zitten. Ook bij deze gebeurtenissen stonden ze ermee vooraan. Zij krijgen daarbij steun van Wilders, in wiens politieke agenda dit alles koren op de molen is.
Maar wat maakt het verwijt van antisemitisme de boze scooterjongens wijzer? En al die anderen met eenzelfde wereldbeeld? Moeten zij nu begrijpen dat hun actie in het verlengde ligt van de Kristallnacht? Leren ze ervan dat je van alle Joden moet afblijven, of ze nu onschuldige winkeliers zijn of aanhangers van een moorddadig regime? Wat ze er in ieder geval niet van leren, is het verschil tussen Joden en Israëliërs, tussen staat en volk, tussen orthodoxe en vrijzinnige Joden, tussen Netanyahu-aanhangers en zijn politieke tegenstanders, tussen zionisten en antizionisten. Integendeel, het antisemitismeframe gooit voor hen alle Joden op een hoop, omdat het Joden altijd en overal, zonder onderscheid, tot slachtoffers maakt. En daarmee van alle daderschap vrijpleit.
Herman Meijer was van 2003 tot medio 2006 voorzitter van het landelijk bestuur van GroenLinks. Van 1990 tot 2002 was hij gemeenteraadslid en wethouder in Rotterdam. In zijn portefeuille zat onder meer stads- en sociale vernieuwing, allochtonen-, grote steden- en moskeebeleid.