Het College voor de Rechten van de Mens heeft een quickscan uitgevoerd om te kijken of ieders mensenrechten worden gewaarborgd in de komende regeerperiode.
Wat als eerste in het oog springt is dat het nieuwe kabinet veel aandacht heeft voor burgerschap. Daarnaast ziet het College dat het regeerakkoord voor sommige kwetsbare groepen in de samenleving wel aandacht heeft en voor andere groepen niet.
In het regeerakkoord wordt veel aandacht besteed aan (democratisch) burgerschap en kennis over de (Nederlandse) vrijheden. Mensenrechten geven invulling aan deze vrijheden en burgerschap. Kennis over en vaardigheden op basis van mensenrechten zorgen voor weerbare burgers in de toekomst. Het College gaat er daarom vanuit dat mensenrechten binnen burgerschap een vaste plek krijgen in het (basis)onderwijs.
Kwetsbare groepen
Voor sommige mensen in Nederland geldt dat zij door hun gezondheid, ontwikkelingsniveau of (functie) beperking, minder goed in staat zijn mee te doen in de maatschappij. Het is de taak van de overheid om deze kwetsbare groepen in haar land goed in beeld te hebben en extra zorg voor hen te dragen. Daarvoor geldt op zijn minst dat de overheid geen wetgeving en beleid maakt die deze kwetsbare groepen direct of indirect nog kwetsbaarder maken.
Het College is blij dat in het regeerakkoord met een aantal kwetsbare groepen rekening is gehouden en het beleid erop gericht is om hun positie te versterken. Zo wordt het initiatiefvoorstel tot aanvulling van de Algemene wet gelijke behandeling voor transgender- en interseksenpersonen voortgezet en wordt onnodige geslachtsregistratie waar mogelijk beperkt. Het is goed nieuws dat het nieuwe kabinet zich ook hard gaat maken voor het bestrijden van discriminatie in sollicitatieprocedures, bij zwangerschap en stages.
Het College ziet dat voor de groep migranten een aantal wezenlijke rechten in het geding komen. Het gaat hier dan om het recht op rechtsbijstand tijdens de asielprocedure. Ook wordt het recht op autonomie ingeperkt door de zorgtoeslag, huurtoeslag en bijstand gedurende de eerste twee jaar niet rechtstreeks aan de migrant zelf maar aan de gemeente uit te keren. De migrant ontvangt voorzieningen en begeleiding in natura met leefgeld van de gemeente.
Volgens Het College raakt deze maatregel rechtstreeks aan de menselijke waardigheid. Een migrant heeft daardoor geen keus meer hoe hij of zij zijn of haar nieuwe leven inricht.