Straffen tot zeven jaar onvoorwaardelijke gevangenis eiste het Openbaar Ministerie (OM) dinsdag tegen negen verdachten in het grote jihadproces.
De hoogste straf hoorde hoofdverdachte Azzedine C. (33), ‘de charismatische leider met de grote mond’, tegen zich eisen.
Als initiator van opruiende en soms haatzaaiende demonstraties, mediaboodschappen en lezingen, had C. volgens het OM het grootste aandeel in de activiteiten van de groep.
Van een soort jihadmaffia met een hiërarchische structuur en één baas aan de top, wil het OM niet spreken. Zo hecht gestructureerd was het Haagse jihadnetwerk niet. Het OM spreekt van een terreurorganisatie. Het oogmerk van de groep was ‘moslimjongeren te laten vechten voor terreurorganisaties Jabath al-Nusra of IS in Syrië en Irak en zo mee te helpen aan de stichting van een islamitische staat’. Op deelname aan een criminele organisatie met terroristisch oogmerk staat een maximumstraf van 15 jaar cel.
Andere kernleden van de groep kregen ook forse eisen om de oren. Door het stelselmatig opruien, het verheerlijken van strijders en martelaren, het verwerpen van de ‘demoncratie’, het afschilderen van het Westen als de vijand, de verkondiging dat de gewapende jihad een verplichting is voor elke individuele moslim, bewerkstelligden zij dat jongeren naar Syrië afreisden.
Het OM rekent hen zwaar aan dat zij geen oog hadden voor het leed van gezinnen die uit elkaar werden gerukt en geen respect toonden voor de achtergebleven families. Tijdens de twee dagen van het requisitoir benadrukte het OM geregeld dat het gedachtegoed op zich niet terecht staat. Een ieder mag denken wat hij wil. Het gaat justitie ook niet om een beperking van de vrijheid van meningsuiting of religie van radicale moslims.