Werkgevers verkiezen een autochtone werknemer boven eentje met een kleur. Niet omdat ze willen discrimineren. Maar omdat ze nu eenmaal liever iemand aannemen die op hen lijkt. Iedereen roept: ik discrimineer niet. Dat menen mensen ook echt.
Maar we discrimineren allemaal’, zegt Rik Ringers, HR-adviseur bij een veiligheidsregio en lid van de Codecommissie van de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling (NVP).
Uit onderzoeken blijkt steeds opnieuw dat vooroordelen een grote rol spelen bij sollicitatieprocedures. Zo verscheen afgelopen zomer het rapport Op afkomst afgewezen van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In opdracht van de gemeente Den Haag deed het SCP onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt in de regio Haaglanden.
Sollicitanten worden afgewezen vanwege hun etnische achtergrond, was de uitkomst. Werkgevers hebben meer interesse in autochtone sollicitanten dan in sollicitanten met een Marokkaanse of Surinaams-Hindoestaanse achtergrond met vergelijkbare kwalificaties. De sollicitanten in het onderzoek waren fictief en gelijkwaardig. Ze verschilden alleen in etnische achtergrond. Dat bleek uit de naam in de brief en op het cv.
Personeelsfunctionarissen zeggen vaak: bij een sollicitatie weet ik in de eerste tien seconden al of een kandidaat geschikt is. Dat is een gevaarlijke. Want dan weet je nog helemaal niets. In die tien seconden ga je op je gevoel af en dat is gebaseerd op stereotiepe ideeën. Daarom nemen mensen graag kandidaten aan die op hen lijken.
Test uw eigen vooroordelen. De impliciete associatietest van Harvard University staat ophttps://implicit.harvard.edu/implicit/netherlands/ .