Amnesty International spant, samen met twee individuele burgers en drie andere organisaties, een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat. De Koninklijke Marechaussee past etnisch profileren toe bij grenscontroles. Dat is in strijd met de mensenrechten en het Nederlands recht.
Twee individuele burgers, Amnesty International, Controle Alt Delete, antidiscriminatiebureau RADAR en het Public Interest Litigation Project van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (PILP-NJCM) hebben dit probleem de afgelopen jaren geagendeerd en aangedrongen op maatregelen. Zonder resultaat. Daarom stappen zij vandaag naar de rechter.
Bij grenscontroles selecteren marechaussees mensen onder meer op grond van hun uiterlijk voorkomen, huidskleur, of afkomst (etniciteit). Dit is etnisch profileren. Dat is een vorm van discriminatie die in strijd is met de mensenrechten en het Nederlands recht en is dus verboden.
De minister van Defensie en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn verantwoordelijk voor de Koninklijke Marechaussee, vinden dat etniciteit in combinatie met andere kenmerken een rol mag spelen bij grenscontroles. Daarmee staan zij toe dat de Koninklijke Marechaussee burgers discrimineert. Dat is schadelijk voor het vertrouwen in de overheid aan en blijkt niet effectief bij de bestrijding van criminaliteit.