Het coronavirus heeft voor een wereldwijde, maatschappelijke, economische en politieke crisis gezorgd.
De crisis maakt duidelijk dat deze vaak de economie treft en daar vandaan de andere maatschappelijke, culturele en religieuze dominostenen.
In Nederland waren de moslims, vlak voor het uitbreken van het coronavirus, bijna dagelijks negatief in het nieuws. Veel moslims hadden “het gevoel” dat het om georkestreerde en een bijna verborgen agenda ging tussen politici, ambtenaren, academici en journalisten.
De coronacrisis heeft de islam en moslims als politiek en maatschappelijk discussieonderwerp weggevaagd uit de voorpagina’s van de Nederlandse kranten en talkshows. Het lijkt wel of de problematische moslims ineens zijn verdwenen, met dank aan corona.
Moslims en hun organisaties – die vaak hun roots hebben in Turkije en Marokko – doen ook bij deze crisis hun best om te laten zien dat zij betrokken Nederlandse burgers zijn die het beste willen voor Nederland. Het land waarin de meeste zijn geboren en ook begraven zullen worden.
Premier Rutte heeft deze week tijdens het debat met de Tweede Kamer over de voortgang van de coronacrisis gezegd: “De wereld van vóór de coronacrisis keert niet meer terug”.
Eind april zal de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen, haar rapport sturen naar de Tweede Kamer. Verwacht wordt dat de commissie met voorstellen en maatregelen zal komen voor aanscherping of zelfs voor nieuwe wetgeving.
Een mooie gelegenheid om het verroeste islamdebat, van de afgelopen decennium, op een islamitische begraafplaats te begraven.