Hoe vrije schoolkeuze segregatie in de hand werk

0
210

Voor Hemelvaart stuurden twee zogenaamde zwarte basisscholen in Amsterdam hun voor het merendeel niet blanke leerlingen de straat op met witte T-shirts aan, met voorop de tekst: “Is dit wit genoeg voor u?” en op de achterzijde: “Elk kind heeft recht op integratie.” 

Het was een provocerende actie om het probleem van segregatie onder de aandacht te brengen. De twee scholen kampen namelijk met teruglopende leerlingenaantallen, zodanig dat de scholen op termijn moeten sluiten.

De reden dat ouders hun kinderen liever naar andere scholen in de buurt brengen, is niet dat de onderwijskwaliteit van deze scholen slecht zou zijn, er zouden teveel ‘zwarte’ kinderen opzitten, zegt het schoolbestuur. Dat vinden zowel ‘witte’ als ‘zwarte’ ouders met een hoger(e) opleidingsniveau en sociaal-economische achtergrond onaantrekkelijk en associeren dit met lage onderwijskwaliteit en achterstand.

Keuzegedrag van ouders
Segregatie in het onderwijs is niet iets van vandaag of gisteren. Tot circa de jaren zeventig van de vorige eeuw liep de segregratie in het onderwijs langs levensbeschouwelijke en sociaaleconomische lijnen. Daarna stroomden de kinderen van de immigranten het onderwijs in en kreeg segregatie letterlijk kleur omdat deze nu ook langs etnisch-culturele lijnen ging lopen.

Omdat (vaak niet-blanke) allochtonen in de lagere sociale groepen van de samenleving zijn overtegenwoordigd, is ‘zwart’ symbool gaan staan voor een lagere sociaal-economische achtergrond en lager opleidingsniveau. Segregatie in het onderwijs ontstaat niet alleen doordat scholen een afspiegeling van een eenzijdige wijkpopulatie vormen.

Het is ook het gevolg van (indirect, niet openlijk) aannamebeleid van scholen. En segregatie komt vooral door keuzegedrag van ouders. Hoe hoger opgeleid ouders zijn, hoe beter hun sociaal-economische achtergrond, hoe ruimer hun sociale netwerken, hoe beter zij zich kunnen informeren, en hoe bewuster en actiever zij een school kiezen voor hun kinderen.

Juist de, in Nederland grondwettelijk verankerde, vrije schoolkeuze maakt segregatie ook in gemengde wijken mogelijk. Ouders uit de hogere sociale klassen kiezen daadwerkelijk en sturen bewust hun kinderen naar de ‘witte’ scholen. Waardoor kinderen uit de lagere regionen van de samenleving op de ‘zwarte’ scholen achterblijven.

Beter samenwerken en leren
Wat is nu eigenlijk het probleem van segregatie in het onderwijs? Los van emotioneel of politiek   ingegeven argumenten, is het goed na te gaan wat we hierover weten.

Onderzoek in Nederland en daarbuiten laat zien dat onderwijssegregatie de leerresultaten van kinderen in bijvoorbeeld taal en rekenen niet ondermijnt. Oftewel, kinderen leren evenveel en even goed op ‘zwarte’, ‘witte’ of ‘gemengde’ scholen. 

Iets anders geldt voor de sociale vorming van kinderen. Het blijkt dat kinderen beter leren samenwerken, zich beter leren in te leven en beter een ander perspectief leren te hanteren op gemengde scholen dan op gesegregeerde scholen. Je zou kunnen zeggen dat kinderen minder goed leren ‘samenleven’ in een gesegregeerd onderwijssysteem. 

Is dat erg? Voor wie meent dat sociale cohesie belangrijk is voor een stabiele, welvarende samenleving wel. Anno 2015 lijkt die sociale cohesie langzaam maar gestaag af te brokkelen. De sociale ongelijkheid is in Nederland misschien niet zo groot als in de Verenigde Staten waar kinderen opgroeien in een gesegregeerde wereld op alle terreinen: huisvesting, sociale netwerken, gezondheid, onderwijs, werk en inkomen enzovoort.

Robert Putnam beschrijft dit in zijn kersverse boek Our Kids hoe kinderen uit hogere sociale milieus met een forse voorsprong beginnen en langs allerlei wegen worden gestimuleerd en geholpen, ook via hun ‘witte’ scholen. Terwijl kinderen uit de onderklasse (en dat worden er steeds meer) met een enorme achterstand beginnen en heel wat hordes moeten nemen om het op eigen kracht ‘te maken’.

Hoe erg is segregatie?
Ook Nederland kenmerkt zich in toenemende mate door, wat het SCP en de WRR recent aanmerken als een ‘ongemakkelijke’, sociaal-culturele tegenstelling tussen lager- en hoger opgeleiden waarbij de grote sociale afstand eerder toe- dan afneemt en beide groepen elkaar vermijden. Het gegeven dat de ((achter)klein)kinderen van de arbeidsmigranten uit de jaren zestig nog steeds oververtegenwoordigd zijn in de lagere sociale groepen, geeft de tegenstellingen ook een etnisch-cultureel karakter. 

Dit alles geeft genoeg stof tot nadenken over hoe ‘erg’ we de hardnekkige segregatie in ons onderwijsysteem nu moeten vinden. De discussie afdoen met een reflexmatige verwijzing naar de waarde vrije schoolkeuze is dan te kort door de bocht. Er zijn ook andere maatschappelijke waarden die in het huidige tijdsgewricht de aandacht verdienen zoals rechtvaardigheid of gelijkwaardigheid. Het vraagt lef van de overheid en politiek om ook deze waarden expliciet te wegen in het maatschappelijke debat over segregatie in het onderwijs.

Prof. dr. Edith Hooge is hoogleraar ‘Boards and governance in education’. Ze is gespecialiseerd in onderwijsbestuur en doet onderzoek naar het functioneren van ‘boards’ als sociale netwerken en naar sturingsdynamiek binnen complexe gelaagde onderwijssystemen. Met dank aan TIAS School for Business and Society.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in