De Malediven zijn bekend als een tropische toeristische bestemming vanwege de ongerepte stranden, een land in Zuidoost-Azië in de Indische Oceaan, bestaande uit honderden eilanden.
De 12e eeuw was een keerpunt in de geschiedenis van de Malediven, toen de eilanden het boeddhisme voor de islam verruilden. Deze conversie verwijst naar een Marokkaanse handelaar en korangeleerde die bekend staat als Abu al-Barakat Yusuf al-Barbari.
Op de eilanden wordt hij tot op de dag van vandaag geëerd, als een middeleeuwse held die de natie redde van een zeemonster.
Abu al-Barakat Yusuf al-Barbari is de man die de Maledivische koning Dhovimi Kalaminja en de bewoners van 200 eilanden in een keer tot de islam bekeerde. Dit verslag werd voor het eerst gemaakt door de Marokkaanse wereldreiziger en geleerde Ibn Battuta, na zijn verblijf van negen maanden in de voorheen boeddhistische natie.
Historische verslagen, inclusief die van Ibn Battuta, die in de 14e eeuw langs de eilanden trok en daar enige tijd als rechter werkte aan zijn beroemde boek – Tuhfat an-Nuzzar fi Ghara’ib al-‘Amsar wa Aja’ib al- ‘Asfar’ (Een geschenk aan hen die nadenken over de wonderen van steden en de wonderen van reizen) – in Nederland bekend als De Reis, melden dat Abu al-Barakat Yusuf al-Barbari een Marokkaan was.
Al-Barbari en het zeemonster
Verscheidene andere berichten kwamen naar voren over de bekering van de Maledivische koning tot de islam en een ervan heeft de vorm aangenomen van een legende, draaiend rond al-Barbari en een demon/zeemonster genaamd Rannamaari.
Historische verslagen in de Maladiven beschrijven al-Barbari als een Maghrebijnse koopman die voor de handel daar arriveerde en maandenlang door een Maledivische familie werd gehuisvest. Eenmaal op de eilanden was de Marokkaan getuige van een van de bloedigste tradities van de natie.
In feite moest de koning van de Malediven elke maand een maagdelijk meisje kiezen dat aan een zeemonster wordt geofferd. Gekleed als een bruid, wordt het meisje gesloten in een tempel in de buurt van de zee, wachtend op haar absolute dood.
Het toeval wilde dat de familie wiens gastvrijheid al-Barbari had genoten tijdens zijn verblijf in de hoofdstad Malé een jong meisje had, en zij werd door de koning gekozen als slachtoffer.
Geïrriteerd door de traditie besloot al-Barbari het jonge meisje te helpen en zijn gastheren terug te betalen door haar plaats te nemen in de nacht van het offer. Hij kleedde zich als een bruid en werd per vergissing naar de tempel gebracht. Daar aangekomen begon hij verzen uit de koran te reciteren. Volgens de legende kwam de demon «tevoorschijn uit de zee, hij schreeuwde het uit van de pijn toen hij hoorde dat de koran gereciteerd werd en keerde terug naar de zee».
De koning en de islam
Toen mensen wisten dat al-Barbari de demon deed schrikken die hen jarenlang bang maakte, werd hij meegenomen naar de koning, die het voorstel deed dat de koning en zijn onderdanen zich tot de islam zouden bekeren als al-Barbari voor altijd het monster zou verslaan.
De legende kent twee versies. De eerste suggereert dat al-Barbari de demon doodde en de koning zijn beloften na ging, terwijl de tweede aangeeft dat al-Barbari in de tempel besefte dat de demon de koning zelf is en hem onder druk zette om zich tot de islam te bekeren.
Behalve de legenden zijn er de 128ste en 127ste uitgaven van het maandblad «Daaouat Al Haq» uitgegeven door het ministerie van Islamitische Zaken, die melden dat Abu al-Barakat Yusuf al-Barbari inderdaad met een groep van Arabische kooplieden in 1153 de Malediven binnenkwam.
Al-Barbari ligt tot de dag van vandaag begraven in zijn tombe op de Maladiven. In de hoofdstad Malé is de oudste moskee van het land (The Old Friday Mosque) die de sultan bouwde nog steeds in gebruik. Een uitgehouwen beeld uit de 13e eeuw vertegenwoordigt de introductie van de islam in de Malediven eeuwen geleden door Abu al-Barakat Yusuf al-Barbari.
Het bijzondere is dat de moskee gebouwd is op de plek waar ooit een andere tempel stond. Die tempel was gebouwd richting de zonsondergang en dus niet naar het noordwesten richting Mekka.