De Turkse Raad van State heeft besloten dat de Hagia Sophia weer dienst gaat doen als moskee.
De Turkse Raad deed de uitspraak naar aanleiding van een zaak die in 2016 werd aangespannen door een historisch genootschap, dat eiste dat het wereldberoemde gebouw in Istanbul weer de functie zou krijgen die het tot 1934 had, die van moskee.
Oproepen van president Erdoğan om de Hagia Sophia in een moskee te veranderen, zijn tegengewerkt door christelijke groepen over de hele wereld, evenals door vooraanstaande politici en regeringsfunctionarissen in de Europese Unie, de Verenigde Staten en Rusland, die zeggen dat de beweging religieuze spanningen dreigt op te wekken.
In Nederland was veel verzet vanuit christelijke politieke partijen. Tweede Kamerleden van het CDA hebben schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
De partij wil van de ministers weten welke stappen de ministers gaan nemen als de Turkse Raad van State de Hagia Sophia de functie van moskee toe kent.
Het gebouw staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van het seculiere Turkije, liet het in 1934 veranderen in een museum als onderdeel van de seculiere hervormingen van het land.
De Hagia Sophia was ooit de grootste kathedraal ter wereld, daarna een half millennium een moskee en al meer dan 80 jaar een museum. Het is de belangrijkste toeristische attractie van Turkije. Jaarlijks wordt het museum in het Europese deel van Istanbul bezocht door 3,5 miljoen mensen.