Gewelddadig gedrag zit in de familie. Zonen van vaders die veroordeeld zijn voor geweldsmisdrijven hebben veel meer kans zelf ook zo’n misdrijf te plegen. Tenzij ze die vader minder zien, bijvoorbeeld door echtscheiding, dan is de kans op crimineel gedrag aanzienlijk lager.
Resultaten van de Transfive studie laten zien dat kinderen van criminele ouders ongeveer twee keer zoveel risico lopen om zelf ook veroordeeld te worden in vergelijking met kinderen van niet-criminele ouders. Wanneer specifiek naar geweldsdelicten wordt gekeken, blijkt dit risico zelfs bijna drie en een half keer zo groot te zijn.
Als gevolg van deze overdracht is criminaliteit ook behoorlijk geconcentreerd binnen families: tien procent van de families is verantwoordelijk voor zeventig procent van alle geweldsdelicten.
Eén van de factoren die de mate van intergenerationele overdracht beïnvloedt is echtscheiding van de ouders. Onderzoek met de Transfive studie heeft namelijk aangetoond dat er alleen een significante intergenerationele overdracht van geweld wordt gevonden als de ouders van het kind getrouwd zijn.
Ook de militaire dienstplicht blijkt van invloed te zijn op de mate van intergenerationele overdracht. Aangezien de mannen tijdens de dienstplicht tijdelijk uit hun sociaal milieu werden gehaald. Maar ook biologische invloeden kunnen niet worden uitgesloten.
Verder laat de Transfive-studie zien dat de hartslag van het kind eveneens van invloed is op de mate van intergenerationele overdracht. Een lage hartslag is een risicofactor voor crimineel gedrag, wat volgens theorieën komt doordat iemand met een lage hartslag weinig angst kent of vaak op zoek gaat naar vormen van stimulatie.
Organisaties zoals Jeugdzorg kunnen kinderen die bij een voor geweldsdelicten veroordeelde vader in huis wonen, extra aandacht geven zodat er snel ingegrepen kan worden wanneer het kind ook gewelddadig gedrag gaat vertonen.