Vooral autochtone, goed opgeleide 45-plussers doen mee aan burgerbijeenkomsten over het reilen en zeilen van hun gemeente. De gebrekkige variatie onder deelnemers komt naar voren in rapportages over de zogeheten G1000-bijeenkomsten, schrijft minister Ronald Plasterk aan de Tweede Kamer.
Deze bijeenkomsten vonden en vinden plaats in allerlei gemeenten en zijn bedoeld om mensen meer te betrekken bij de lokale democratie. De minister is positief over burgerfora en stadsgesprekken, die per wijk of plaats anders worden ingevuld. Volgens hem kijken organisatoren naar manieren om meer en andere inwoners te interesseren om mee te denken en te praten.