Marokko heeft na maandenlang voortslepende formatie-gesprekken een nieuwe regering. Het voelt alsof de Marokkanen het voor kennisgeving aannemen met de onuitgesproken gedachte ‘eerst zien dan geloven.’
Op Facebook en andere social media circuleert een filmpje van een Marokkaanse jongeman die zichzelf filmt al champagne-drinkend in zijn Ferrari en terwijl hij triomfantelijk staat te zingen bij een ongeluk dat hij zelf heeft veroorzaakt in de straten van de hoofdstad Rabat. Ongegeneerd excessief rijkdom-faceboook-exhibitionisme, alsof je boven de wet staat. Bijna twee miljoen Marokkanen hebben gekeken naar de documentaire “Zawaje El Wakt”, die uitgezonden werd op de commerciële staatszender 2M. Hierin spreken verschillende Marokkanen over de liefde, geen makkelijk en open onderwerp in Marokko. Maar deze documentaire schildert juist een mooi mozaïek van de tijdsgeest in een land dat probeert een balans te vinden tussen modernisme en traditionalisme.
Onze snelweg nadert nog steeds niet zijn voltooiing. Waarop we wachten is de vraag. Voetbalrellen zijn ieder weekend aan de orde van de dag. Kortom, Marokko oogt soms als Nederland; Politiek aanmodderen, een social-media hype, een taboedoorbrekende documentaire, infrastructurele projecten die maar niet worden afgerond en voetbalhooliganisme. Alleen het weer is anders. Het is april en we tikken in Rabat al de 32 graden en hoger aan en elders in het land van 41 graden.
Ik wandel naar de hanoet bij de moskee in de buurt. Zeg maar de kruidenier of buurtwinkel uit lang vervlogen tijden in Nederland. Bij moskeeën kom je vaker dit soort kleine winkels tegen. Ze worden verhuurd aan de winkeliers en de huur komt ten goede aan het onderhoud van de moskee of het salaris van de Imam. In een hanoet kun je de meest uiteenlopende zaken kopen. Brood, groente en fruit maar ook scheermesjes, snoep, melk, shampoo, ijsblokjes en gasflessen voor het gasfornuis.
Een gasfles kost 42 dirham (3,60 euro) als je de lege weer terugbrengt. Het is al zo lang geleden dat ik de eerste gasfles aankocht dat ik het statiegeld van de gasfles niet meer weet. Met zo’n gasfles koken wij – als Hollands gezin – meer dan een maand. Er zijn hanoets die de vergelijking met een ondergronds gangenstelsel moeiteloos doorstaan. Een ding hebben ze allemaal gemeen: de bonte schakering van producten en de wijze waarop alles heel dicht op elkaar en tot aan de nok toe is opgestapeld.
Op zaterdag halen wij meestal brood bij onze vaste hanoet. Het is de middelste van drie en wordt gerund door een ongelooflijk zachtaardige innemende Marokkaan. De eerste keer dat ik hem ontmoette troffen twee werelden elkaar. Althans zo leek het. Ik in mijn korte broek, poloshirt stoppelbaard van vier dagen en slippers en hij in djellaba, getooid met een volle baard en keppel. De vroomheid spatte van hem af. Contrastrijker in onze uiterlijke verschijning kon bijna niet.
Ik opende het bal met mijn weinige woorden Darija. ‘Salaam Aleikum. La basse? Hamdulilaah.’ Waarop hij na het uitwisselen van de begroetingen met een warme glimlach counterde met de woorden ‘From what country are you? You are living here in Rabat?’ Onvervalst Engels, warme stem, ik was verrast.
Hij blijkt in Canada te hebben gewoond en heeft besloten vooralsnog terug te keren naar Rabat met zijn vrouw en kinderen. Ze wonen in de Medina van Rabat, die aan de andere kant van de stad ligt, in het huis van zijn familie. Hij is geïnteresseerd om met ons te praten, helpt onze jongens als zij de boodschappen komen doen. We raken een keer in gesprek over de verkiezingen in Marokko. Over Wilders in Nederland. Hij is niet veroordelend maar vragend, willen begrijpen hoe anderen denken en ervaren. Ook begrijpend dat woorden als Moslim en Islam soms beladen kunnen zijn. Wat mij het meeste treft is zijn verinnerlijking van geloof.
Het komt van binnen en het is geborgd in goedheid. Je ziet het aan hoe hij iedereen benaderd. Hoe hij omgaat met zijn personeel. Als gelijken. En hij leidt met zachte hand. Vanuit bescheidenheid. Zonder hem echt te kennen, denk ik: wat zouden veel mensen van hem kunnen leren. Een oase van sereniteit in een wereld die barst van de drukte om niks. Ik heb hem uitgenodigd voor een kop koffie. Wordt vervolgd.
Thijs Kolster woont met zijn gezin in Marokko en schrijft sinds 2015 een wekelijks blog onder de titel ‘Verhalen uit Marokko’. Vanaf april 2016 is hij vaste columnist voor De Moslimkrant. Thijs kijkt met zowel de blik van een buitenstaander en als ingezetene naar Marokko. Dat maakt zijn blik interessant. Op die manier laat hij ons op een luchtige manier kennis maken met Marokko.