Het Offerfeest of het feest van Ibrahiem is het belangrijkste feest van de islam. Het duurt drie dagen en wordt gevierd vanaf de 10e dag van de 12e maand van de islamitische kalender.
Iedere moslim die er geld voor heeft offert op de eerste dag van het Offerfeest -dat drie dagen duurt- een schaap, geit, koe, os, buffel of kameel.
In Nederland offert bijna elke moslim een schaap en dat is niet goedkoop. Dit jaar varieert de prijs tussen 250 en 300 Euro.
Het vlees wordt in drie stukken verdeeld. Een deel is voor de familie, een deel is voor de buren of vrienden en een deel is voor de armen. Naast het delen, wat een belangrijk gebruik is in de islam, is het zich overgeven aan Allah en het willen zijn als Ibrahiem heel belangrijk bij het vieren van het Offerfeest. Met het vieren van het offerfeest, sluiten de moslims die op de bedevaart zijn in Mekka, de bedevaart.
Met het vieren van het Offerfeest herinnert men zich dat de Profeet Ibrahiem (Abraham) gevraagd werd om zijn zoon Ismaël te offeren aan Allah. In de Koran staat het verhaal dat Allah vroeg aan Ibrahiem (Abraham) om zijn zoon Ismaël te offeren om te laten zien dat hij trouw en gelovig was. Toen Ibrahiem zijn zoon met een mes wilde doodsteken, kwam er een engel die zei dat een schaap de plaats van Ismaël mocht innemen.
In Nederland wordt de laatste jaren geprobeerd om van het Offerfeest een officiële feestdag (vrije dag) te maken voor de ongeveer een miljoen Nederlandse moslims. In Nederland gebeurt het rituele slachten in door de gemeente aangewezen plekken, meestal in het stedelijk slachthuis.
Het Offerfeest is het belangrijkste feest van de Islam. In de Islamitische landen zijn bedrijven en scholen dicht.