The Los Angeles Times meldt dat de Dalai Lama een spion is van de Amerikaanse inlichtingendiensten. De krant baseert het verhaal op onlangs vrijgegeven documenten van de CIA.
Gedurende een groot deel van de jaren zestig voorzag de CIA de Tibetaanse beweging in ballingschap van 1,7 miljoen dollar per jaar voor operaties tegen China, inclusief een jaarlijkse subsidie van 180.000 dollar voor de Dalai Lama.
Het geld voor de Tibetanen en de Dalai Lama maakte deel uit van de wereldwijde inspanningen van de CIA tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog om communistische regeringen te ondermijnen, met name in de Sovjet-Unie en China. In feite gaf het Amerikaanse regeringscomité – dat de Tibetaanse operaties goedkeurde – ook toestemming voor de invasie van de Varkensbaai op Cuba.
De documenten, vorige maand gepubliceerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, illustreren de historische achtergrond van de huidige situatie in Tibet, waarin China de Dalai Lama blijft beschuldigen een agent te zijn van buitenlandse troepen die Tibet van China willen scheiden.
Het CIA-programma omvatte steun aan Tibetaanse guerrillastrijders in Nepal, een geheime militaire trainingslocatie in Colorado, ‘Tibet Houses’ om Tibetaanse zaken in New York en Genève te promoten, onderwijs aan Tibetaanse agenten aan de Cornell University en het faciliteren van verkenningsteams.
Dalai Lama kreeg in het verleden van de voormalig President van de Verenigde Staten, George W. Bush, de Congressional Gold Medal uitgereikt. Deze hoogste Amerikaanse onderscheiding viel hem te beurt ‘als erkenning voor het feit dat hij vrede, tolerantie, mensenrechten, geweldloosheid en wereldwijde compassie predikt’.
De Chinese regering noemde de uitreiking spottend ‘Chinese opera.’