Minister Asscher (Sociale Zaken, PvdA) heeft er persoonlijk voor gezorgd dat AOW’ers in door Israël bezet gebied een hogere uitkering krijgen dan waar ze volgens de wet recht op hebben. Hij deed dit ondanks waarschuwingen van ambtenaren voor „grote politieke en beleidsmatige risico’s”. Dat blijkt uit onderzoek van de NRC.
De minister zou hebben ingegrepen toen de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in 2013 inwoners van door Israël bezette gebieden wilde korten op hun AOW. De gebieden worden niet erkend door Nederland, waardoor het verdrag dat met Israël is gesloten over sociale zekerheid niet van toepassing is.
Nederland heeft een verdrag met Israël, maar dat geldt niet voor de bezette gebieden, omdat Nederland de soevereiniteit van Israël daar niet erkent. Volgens internationaal recht zijn de Israëlische nederzettingen illegaal. Desondanks is het overgrote deel van de AOW’ers in deze gebieden sinds 2006 niet door de SVB gekort. Uitkeringsgerechtigden in andere bezette gebieden, zoals de Westelijke Sahara, zijn altijd gekort. Voor hen wilde en wil Nederland nadrukkelijk geen uitzondering op de korting maken.
Toen de SVB er in 2013 achter kwam dat het in strijd met de wet uitkeerde, wilde de uitvoeringsorganisatie de betrokkenen alsnog korten. Asscher gaf na overleg met premier Rutte en minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) echter opdracht om door te gaan met het volledig betalen van de AOW.
De SVB bleef in opdracht van Asscher twee jaar lang in strijd met de wet uitkeren in door Israël bezet gebied. Uiteindelijk creëerde Asscher eind vorig jaar met een juridische constructie een uitzonderingspositie voor de betrokkenen in door Israël bezet gebied.
In een reactie aan de NRC erkent Asscher dat er fouten zijn gemaakt door de SVB en het ministerie van Sociale Zaken. ,,De SVB herkende niet dat mensen in door Israël bezet gebied woonden en heeft ze daarom jarenlang te veel betaald. En de regeling om dat te rechtvaardigen is niet tijdig gecommuniceerd. Daar mogen individuen niet de dupe van worden en zeker geen overlevenden van de Holocaust.”